Afdrukken

JOSEE ALS KIND: ZIEK EN ONBEGREPEN

Als kind van een jaar of zeven was Josée heel veel ziek en herstelde ze slechts moeizaam.
Ook de dokter vond dat het allemaal te lang duurde en zei dat Josée graag ziek was en deed alsof. Thuis en op school werd de situatie onhoudbaar. Ze voelde zich ziek en vooral erg moe. Te moe om een heel bord soep uit te lepelen, te moe om te voet 3 km. naar school te gaan.

Onderweg deed ze dan ook dikwijls een dutje in de graskant. Gevolg: voortdurend te laat op school of te laat thuis; straf op school en straf thuis. Ze kreeg een bijnaam “ luie trien “. Niemand luisterde naar haar klachten, iedereen lachte haar uit. Ze kon niet normaal met andere kinderen spelen, daar was ze te uitgeput voor. Om zichzelf toch wat te handhaven en niet steeds het onderwerp van spot te zijn, besloot Josée te verstoppen dat ze zich niet goed voelde. Tijdens de speeltijd op school ging ze een dutje doen op het toilet. In de vakantie ging ze slapen op de hooizolder of ergens langs de kant van de weg. Ze was duidelijk trager dan andere kinderen, ook in haar spreken, en werd dikwijls nageäapt en uitgelachen. Op haar veertiende ging ze als dienstmeisje in een gezin werken. Ook daar kreeg ze verwijten dat ze te traag en lui was. Ze deed haar uiterste best maar kreeg nergens waardering.


EEN HOOP ONDERZOEKEN EN VERTWIJFELING

Toen begonnen ze te spreken over depressie. Josée twijfelde heel erg aan zichzelf en voelde zich overal buitengesloten. Op 21jarige leeftijd kreeg ze longtuberculose. Na een grondige behandeling leek het erop dat ze minder moe was maar haar rechter been sliep precies voortdurend. Uitgebreid onderzoek leverde niets op. Josée huwde ondertussen en kreeg twee kinderen. Toen werd ze het slachtoffer van een zwaar auto-ongeval en bleef haar rechter voet gevoelloos. Na een tijdje breidde dit zich uit naar haar ganse been. Er volgde opnieuw onderzoek. De diagnose van M.S. ( multiple sclerosis ) werd geopperd.


ONTKENNING VAN HET PROBLEEM… TOT VOLKOMEN UITPUTTING

Daar kon Josée helemaal niet mee leven en ze besloot niets meer te laten doen en stortte zich op sporten: zwemmen, fietsen, atletiek. Vermoeidheid, uitputting, keelpijn, griep, longontsteking, het kon haar niet schelen, ze zou niet toegeven. Hoe sterk haar wil ook was, ze kon er niet tegenop. Ze kon geen lange afstand meer lopen, haar arm verlamde meer en meer, haar been was gevoelloos, ze scheurde haar gewrichtsbanden en kon zelfs niet meer zwemmen.


ALTERNATIEVE DOKTER

Willen of niet, ze moest naar de dokter. Josée ging naar een alternatieve dokter, bij hem had ze tenminste wat begrip gevonden. Hij pendelde, schreef homeopathie voor en spoot allerlei stoffen in. Niets hielp. Josée en Eugeen hadden ondertussen vier kinderen. Haar lichaam takelde meer en meer af. Steeds minder spieren functioneerden goed, ze had hevige pijnen, spierkrampen en een verlammende vermoeidheid. Haar man liep hopeloos rond, de kinderen begrepen niet wat er met hun moeder gebeurde. Onderzoek op                 onderzoek volgde. Ze kwam in zowat alle ziekenhuizen van het Mechelse.


DEPRESSIE?!? MAN EN KINDEREN VERVREEMDEN…

Er werd niets gevonden en men stelde de diagnose van depressie. Hun oudste dochter verliet het huis, ze kon die toestand niet meer verdragen. Josée zelf voelde zich machteloos en hopeloos. Ze probeerde te werken maar het lukte helemaal niet. Ze ging naar een psychiater die heel haar jeugd naar boven bracht en ging door een hel. Volgende diagnose: schizofreen belast. Na een jaar raadde de psychiater haar aan zich opnieuw te laten onderzoeken: de verlammingen namen toe. Psychosomatiek… hyperventilatie… behandeling op behandeling maar de toestand bleef achteruit gaan. Ze zag haar kinderen lijden, ze zag haar man van haar vervreemden en haar tweede oudste dochter dreigde thuis weg te gaan.

 

FINANCIELE RAMP

Ook financieel was het een ramp geworden. Ze was haar werk verloren, voor het ziekenfonds was er geen aanvaardbare diagnose, dus kreeg Josée ook geen uitkering maar wel een stapel rekeningen van de dokters. Ze konden uiteindelijk hun hypotheek niet langer afbetalen.


ZELFMOORDPLANNEN

Josée zag het allemaal niet meer zitten en besloot een einde aan haar leven te maken. Pillen had ze genoeg, ze zou ze allemaal samen innemen en dan in bad gaan. Ze schreef een afscheidsbrief en nam haar bijbeltje. Josée las psalm 91 en verweet God dat Hij haar niet geholpen had. Ze sleepte zich naar de badkamer en vroeg aan God waarom Hij haar zo sloeg. Op dat moment had ze het gevoel dat iemand tot haar zei:
“ Ik sla jou niet maar jij luistert niet “. Ze kon de pillen niet tot aan haar mond brengen en gooide ze in de vuilbak. Diep in haar wist ze dat dit waar was: zij luisterde niet naar God. Jaren geleden had ze Hem verweten dat Hij de verkeerde had laten sterven: haar twee jaar oudere broer, toen negentien, verongelukte en Josée gaf God de schuld. Ze vond dat ze beter zelf gestorven was: hij had een toekomst, zij niet. Huilend sleepte ze zich terug naar haar bed en vroeg ze God om vergeving en hulp.


DOKTER VERTELT VAN JEZUS…ZWARE LAST VALT WEG VAN JOSEE

Ze belde haar dokter en vertelde precies wat er gebeurd was. Tot haar grote verwondering lachte hij niet maar leidde hij haar tot Jezus. Haar dokter was immers net zelf tot geloof gekomen. Toen ze Jezus aannam, viel er plots een zware last van haar schouders. Diezelfde avond was ze opnieuw betrokken in een auto-ongeval en brak ze een ruggenwervel. Hoe moest dat nu verder?

GRONDIG ONDERWIJS OVER GODDELIJKE GENEZING

Ze leerde Jezus en Gods plan met haar leven beter kennen in de bijbelstudies die ze kreeg in onze kerk. Ze werd ook erg bemoedigd en uitgedaagd door de getuigenissen die ze er hoorde en zag. Stilaan groeide het geloof dat God haar wou en zou genezen. Nog twee jaar bleef haar lichaam verder aftakelen maar ondertussen kwam haar gezin terug dichter bij elkaar.


GEZIN HERSTELD

Hun oudste dochter kwam, na drie jaar niets van haar te laten horen of zien, opnieuw thuis.
De jongste dochter kwam al snel mee naar de kerk en hun zoon volgde.



DIAGNOSE M.E. BEVESTIGD…

In juni 1994 was haar toestand zo ernstig dat ze opgenomen werd op Gasthuisberg. Toen werd de diagnose van M.E. ( chronische vermoeidheid - fibromyalgie) gesteld. Josée hield vast aan wat er geleerd werd bij haar in de kerk en geloofde dat God haar zou genezen.
Zij en haar man waren ingeschreven voor de Herstelconferentie, een christelijke conferentie in Nederland. Nu lag ze in het ziekenhuis en over een week zou de conferentie beginnen. Hoe moest dat nu? Ze belde naar Inger, de vrouw van de voorganger en die bad voor haar.
Haar toestand verbeterde, de dokters besloten haar naar een revalidatiecentrum te sturen en vertelden haar dat ze heel veel tijd zou nodig hebben om een beetje te herstellen. Ze mocht op weekend naar huis maar besloot, op eigen verantwoordelijkheid, een hele week naar de conferentie te gaan.

 

MAAR GELOOF IN JEZUS BRENGT TOTAAL HERSTEL!

Ergens “ wisten “ zowel Eugeen als Josée dat de genezing zou komen op donderdag. Ze leefden er helemaal naar toe en er waren progressief duidelijke verbeteringen. Ze kon soms al met behulp van krukken en een driepuntscorset enkele stappen zetten ( daarvoor zat Josée in een rolstoel! ), de vermoeidheid bleef langer weg, ze kon van dag tot dag beter spreken en voelde zich krachtiger worden. Woensdagavond kwam er een hoop angst en twijfel: zou het echt wel kunnen gebeuren, leefde ze nu niet in fantasie… 
Ze werd bemoedigd door mensen van haar kerk die geloofden in de waarheid van Gods woord en dus ook haar genezing. Donderdagmorgen voelde ze zich heel fris en ging ze vol verwachting naar de samenkomst. Dat bleek een genezingsdienst te zijn en de spreker, Derek Prince, nodigde na het woord de zieken uit naar voor te komen en hun genezing “ te komen halen “. Een massa mensen stormde naar voor en Josée vroeg zich af hoe zij daar moest geraken in haar rolstoel. Naast haar zat een man en ze vroeg aan hem of hij voor haar wou bidden. Hij vertelde Josée dat hij daarvoor blijven zitten was, hij hoorde immers ook bij het gebedsteam. Die man raakte haar aan en zei: “ sta op, je bent genezen “. Josée bedacht hoe dat nu moest gaan maar stond op en voelde hoe ze recht gehouden werd. Toen kwam in haar een diep besef dat Jezus haar genezen had. Sedert die dag heeft ze nooit meer in een rolstoel gezeten, een driepuntscorset gedragen of met krukken gelopen. Tot op de dag van vandaag, acht jaar later, heeft ze geen last meer gehad van abnormale vermoeidheid of verlammingen. Jezus heeft haar werkelijk genezen. Ze doet opnieuw haar huishoudelijk werk, is ondertussen verschillende keren grootmoeder geworden en zorgt voor haar kleinkinderen en is er steeds bij als er ergens moet geholpen worden. Vroeger stuitte ze op ongeloof dat ze ziek was, nu wordt ze geconfronteerd met mensen die niet geloven dat ze genezen is van zo’n verwoestende kwaal.


Jezus leeft en is nog steeds dezelfde!
Our website is protected by DMC Firewall!