Al een hele tijd liep Theo rond met op het midden van zijn voorhoofd een klein parelmoerachtig letseltje dat maar niet genas. Wanner hij zijn kleren uitdeed, haakte hij erachter en bloedde het. Het stond net op de rand waar zijn pet kwam en ook dat irriteerde hem.
Een keer nam hij zelfs een schaar en knipte het eraf. Toen bloedde het erg lang doch het groeide snel terug. Ann, die dokter is, sprak hem hierover aan. Ze vertelde hem dat zulk een letseltje beter weggesneden werd. Naderhand gaf ze toe er vrij zeker van te zijn dat het om een kwaadaardig huidgezwelletje ging (voor de kenners: basocellulair epithelioom). Ann bad samen met Theo, dat "dat ding" (zo noemden ze het) moest verdwijnen in Jezus' naam. Theo deed een plakker over het letsel en bleef ervoor bidden. Ann hield het mee in het oog en zei nogmaals tegen Theo dat het snel verdwenen moest zijn want dat hij het anders moest laten wegsnijden. Theo was van plan een afspraak te maken bij de dokter maar toen kreeg hij vanbinnen een diepe zekerheid dat Jezus het volledig ging genezen. Een week daarna kwam het huidaanhangsel los met het aftrekken van de pleister. Theo toonde het heel blij aan Ann, maar die bleef kritisch want er hing nog een velletje op de plek van het letsel. Pas wanneer dat ook weg zou zijn, kon ze het als genezen beschouwen. Theo was zeker dat de Heer het werk dat Hij begonnen was ook zou afmaken. Na weer een kort tijd verdween ook dat korstje en daaronder lag een gave roze huid. De volledige genezing is nu al een geruime tijd oud ... Theo' voorhoofd glanst van gezondheid. Hij is er reuzeblij mee en wij natuurlijk ook!