We laten Jos zelf zijn verhaal doen:
“Ik ben gepensioneerd arts en 68 jaar nu.
Sedert mijn jeugd ben ik ook altijd een fietsfanaat geweest en ik was zelfs als wielrenner onderweg, categorie veteranen, Belgische Wielerbond… Echt: een arts met een valhelm, een kleurige trui, een nummer op de rug, blik op oneindig en verstand op nul…
Het vele werken en het nachtelijk trainen hadden voor gevolg dat ik een hartritmestoornis kreeg, die met medicijnen vrij goed onder controle bleef.
Eén keer werd ik opgenomen in het ziekenhuis maar er hoefde niks aan de behandeling te worden veranderd en ik kon de zware fysieke inspanningen, die ik zo graag deed en die ik eigenlijk gewend was te doen, verder blijven beoefenen.
Dit jaar echter werd de combinatie van hard werken – ik heb als hobby het renoveren van huizen en dit jaar was bijzonder pittig op dat gebied – en fietsen – ik was op de top van de mythische Stelvio in juni – echter teveel en ik kreeg steeds meer lastige aanvallen van ritmestoornissen, die in de regel vroeg ’s morgens opzetten en die, mede door het innemen van een maximale dosis medicijnen ertegen, een twee- à drietal uren bleven duren.
Mijn cardioloog, ook fietser, raadde mij een ablatie aan. Sedert een universiteitsprofessor in de cardiologie kwam vertellen dat ook Eddy Merckx ervoor werd behandeld, noem ik ze de ‘Eddy Merckx-ingreep’. Dat is een techniek, waarbij via een toegang doorheen bloedvaten in de liesstreek een sonde in het hart wordt ingebracht, die de tussenwand doorboort en die zowel in de linker als in de rechter voorkamer bepaalde paden gaat verbreken, waarlangs die stoorzendertjes, die het hartritme verstoren, hun berichten versturen. Bij mensen met een nog gezond hart zou het resultaat erg goed zijn.
Op 3 november mocht ik die behandeling laten doen en dat is mij best meegevallen. Ik was wel acht uren onderweg, maar het onmiddellijk verloop na die ingreep was normaal.
Men had mij wel verwittigd dat er nog verwikkelingen zouden kunnen optreden na de ingreep, maar toen die kwamen, was ik totaal uit mijn lood geslagen. Ik kreeg na de tiende dag plots zeer heftige aanvallen, die wel tussen de 15 à 24 uur duurden en die ik met geen medicamenten onder controle kreeg. Ik heb voor het eerst in mijn leven een ziekenwagen voor mijzelf besteld om naar een afdeling Spoed te rijden, die slechts 12 kilometer van bij ons thuis verwijderd was. Toen ik op een zeker ogenblik naar vrienden een berichtje stuurde, ben ik vier keer bijna bewusteloos gevallen… Een best wel akelige situatie!
Ik heb de laatste aanval gehad op zondag 23 november… Ik kon helemaal niet naar de gemeente komen. De maandag was ik nog bij mijn cardioloog en hij was ook onzeker over die situatie. Ik had het team op de hoogte gebracht en op dinsdag heeft Hugo mij opgebeld en voor mij gebeden. Ik kreeg een zalig warm gevoel over mij.
Ik weet niet of ik op dat ogenblik werd aangeraakt, vermits emotionele gebeurtenissen dat gevoel ook zo kunnen verwekken. Ik geloofde echter dat het in orde zou komen. God zou het voor mij wel doen… waarom niet?
Diep in mij bereidde ik me toch nog voor op aanvallen. Waarom zouden ze nu plots ophouden? Maar een volgende aanval kwam niet! Op aanraden van mijn cardioloog heb ik lichtjes terug trainingen aangevangen. Ik heb er vertrouwen in: de aanvallen zullen vermoedelijk niet meer komen. Ik neem nog wel verder mijn medicijnen, want de herstelfase duurt eigenlijk drie maanden en daar zijn we nog niet. Maar toen die aanvallen kwamen, hielpen mijn medicijnen ook niet… dus…
God is groot en machtig en ziet zijn kindjes graag… Halleluja!”