Op een donderdagmiddag zaten Ann en Nadine aan zee te genieten van een heerlijke maaltijd: zalm met asperges. Plots voelde Ann hoe er een stuk asperge in haar keel schoof zonder ze erop gebeten had. Op de één of andere manier bleef die daar ergens steken en was het genot van de maaltijd onmiddellijk verdwenen. Ze begon te hoesten, Nadine klopte op haar rug, ze probeerde wat te drinken maar niets hielp.
De asperge bleef ergens steken en het gaf haar een erg benauwd gevoel. Nadine en Ann baden samen maar er veranderde helemaal niks, integendeel. Een slok water kon ze bijna niet meer doorgeslikt krijgen, het leek wel of er duizend scheermesjes in haar keel staken. De verschrikkelijkste scenario’s schoten door haar gedachten: zat dat stuk nu in de luchtpijp of was het nog hoger? Zou een gastroscopie ( maagonderzoek ) of bronchoscopie ( longonderzoek ) het eruit kunnen halen en zouden ze tijdig in een ziekenhuis geraken? Ze moest echt vechten tegen die gedachten en vroeg Nadine Hugo en Inger te bellen en om gebed te vragen. Met z’n allen baden ze en namen ze autoriteit in de hemelse gewesten. En nog steeds veranderde er niks aan wat Ann voelde. Ze spraken af iets later terug te bellen. Vermits de aanval de beste verdediging is, begon Ann luidop Psalm 91 over zichzelf uit te spreken… De pijn bleef en ze was nog steeds benauwd. Toen begonnen Nadine en Ann samen lofliederen te zingen en terwijl ze daarmee bezig waren verdween de pijn en de benauwdheid van het ene moment op het andere. Het was net alsof het stuk daar weggenomen werd. Ze belden opnieuw naar Inger en Hugo en aten verder hun ( ondertussen koud geworden ) asperges op. Hun vreugde en dankbaarheid om zo’n plots ingrijpen kon niet meer stuk!