God is er altijd
Op 4 September 2011 nam Liesbeth me voor de eerste keer mee naar de kerk. Alles was vreemd en totaal nieuw voor mij. Ik was opgevoed zonder God of kerk. Toen de preek begon kreeg ik een zakdoek in mijn handen geduwd…ik heb heel wat tranen gelaten en vroeg me af hoe het kon dat wat er gebracht werd precies op mij van toepassing was…alsof ze daar alles van mij wisten! Dat gevoel heb ik sindsdien nog vaak gehad!
Sedert die dag ging het in een snel tempo: elke zondag naar de dienst, basisbijbelstudie gevolgd op 5 vrijdagen en op 6 november heb ik me laten dopen.
Mijn leven liep niet altijd over rozen maar als ik nu terug kijk weet ik dat God er altijd was en dat Hij mijn leven vaak beschermd heeft! Als klein kind sloeg mijn vader al op mij in alsof ik een misdadiger was. Ik kwam bijvoorbeeld 5 minuten te laat thuis voor het eten en hoorde aan zijn stem wat er mij te wachten stond. Voor ik op de koer was, had hij mij al vast en begon me overal te slaan. Natuurlijk schreeuwde ik het uit van de pijn, zo erg dat zelfs de buren op straat kwamen. Onze buurjongen waarmee ik gespeeld had haalde zijn vader erbij en hij kwam tussenbeide…Hij sleurde mijn vader van mij weg en riep “zijt ge nog normaal, seffens slaagt ge dat kind dood!”. Ik kreeg heel regelmatig slaag van mijn vader. Soms werd ik thuis gehouden omdat ik bont en blauw geslagen was. Ik was dan zogezegd ziek en kreeg soms ook de ganse dag geen eten. Vriendjes namen mij regelmatig mee om te spelen. Zij wisten dat ik een zwaar leven had… maar voor mij was dat “normaal”.
We gingen voetballen, crossen met de fiets (we hadden van 3 fietsen 1 gemaakt), hutten bouwen, bomen klimmen en nog veel meer maar nooit bij ons thuis. Als er iets mis ging, was ik altijd degene die het gedaan had volgens mijn vader, dus kreeg ik steevast slaag. Ooit kwam mij vader mij zoeken in het bos met de fiets. Ik moest maken dat ik thuis was…Als 7 jarige rende ik zo hard naar huis dat mijn vader mij niet kon volgen met zijn fiets. Hij werd toen razend…de portie slaag bleef 2 dagen nazinderen en ik bleef een week thuis van school maar IK LEEF NOG!
In 1982 ben ik getrouwd om van huis weg te zijn…alles was beter dan dat, dacht ik maar dat was verkeerd gedacht! Liegen, stelen en bedriegen vierden hoogtij. Ik dacht dat het wel beter zou gaan maar het werd erger.. Ze heeft zelfs een paar keer geprobeerd mij te vergiftigen via mijn eten…maar IK LEEF NOG!
In 1988 stierf onze zoon Davy aan wiegendood. Ik werd door mijn vrouw beschuldigd van moord op onze zoon…ik zou een kussen op zijn hoofdje hebben gelegd en hem doen stikken. Mijn stoppen sloegen door maar eerst heb ik alles nog geregeld: ik haalde Davy uit zijn bedje, waste hem, trok hem propere kleren aan en bracht hem naar de begrafenisondernemer. De diagnose van wiegendood werd bevestigd door een arts. Twee weken na de begrafenis stortte ik in elkaar. Ik nam een wapen mee en liep naar het bos om er een einde aan te maken. Ik zei tegen Davy dat ik met hem mee kwam en hield het wapen tegen mijn slaap…toen hoorde ik luid roepen “Vicky, hier!”...het was de hond van onze buren die naar mij kwam gelopen...ik schrok zo hard dat ik ben beginnen lopen tot op het kerkhof… zes kilometer tot aan Davy’s graf, waar ze mij uren laten vonden…maar IK LEEF NOG!
In 1998 ging ik tegen 120 km per uur over kop op de autosnelweg met mijn eerste pick-up, zonder gordels (ik had er geen). Ik werkte als onderhoudsman bij een boer met 7500 vetbeesten. Op een zonnige dag reed ik naar huis toen plots mijn achteras blokkeerde: geen remmen en geen sturing meer, mijn pick-up sloeg tegen de vangrails en werd in de lucht gekatapulteerd. De auto draaide 1 maal om zijn lengte as en 3 maal om zijn breedte as, sloeg terug op het wegdek en rolde nog een paar keer rond - zoals in de film - en kwam terug op zijn wielen terecht. Ik trapte de voorruit uit en begon het verkeer te regelen tot de ambulance en rijkswacht er waren. Die vroegen aan mij of ik de bestuurder van dat voertuig gezien had...IK LEEF NOG!
Op 7 September 1999 kreeg ik een arbeidsongeval. Ik zei de dag ervoor nog tegen mijn (tweede) vrouw dat ik moest opletten omdat ik gevaarlijk werk deed… Er brak een betonnen wand af van 2500 kg en daar kwam ik onder te liggen. Het duurde een kwartier voor ze me vrij hadden…ik heb de hele tijd instructies gegeven om mezelf te redden. Er was weinig aan mij te zien…ik werd naar het ziekenhuis gebracht, er werden foto’s genomen: een drievoudige bekkenbreuk een barst in mijn heupkam, mijn urinebuis was 3 cm gescheurd. Ik lag 3 weken in het ziekenhuis zat 3 maanden in een rolstoel en moest heel lang revalideren. Ik werd afgekeurd voor de arbeidsmarkt …MAAR NIET VOOR GOD!
Nu heb ik een Vader gevonden die mij niet straft maar van mij houdt! In 2012 heb ik de Vaderhartschool gevolgd...ook daar heb ik heel wat genezing ontvangen! Ik groei nog elke dag en voel mezelf als een student die nu gratis naar de universiteit gaat…de universiteit van God en ik geniet er met volle teugen van!