De moeder van André is hoogbejaard ( in april wordt ze 95! ) maar woonde tot onlangs nog alleen thuis. Niet zo lang geleden deed ze echter een zware infectie en moest opgenomen worden in het ziekenhuis. Daar bleek dat ze niet langer alleen kon wonen en dus begon voor André een zware zoektocht naar een rusthuis.
Bijna overal waar hij kwam bestonden er lange wachtlijsten. Dikwijls werd hij helemaal niet zo vriendelijk onthaald. Na een tijd van zoeken en bidden kreeg ze uiteindelijk toch een plaatsje toegewezen in een rusthuis in Leuven. Aan de ene kant was André natuurlijk wel blij maar anderzijds vond hij het erg moeilijk dat z’n moeder, die erg graag alleen is, geen kamer alleen kon krijgen. Tot Ludwina op een avond belde en zei dat ze gehoord had dat er in een volledig nieuw rustoord in Kessel-Lo nog twee éénpersoonskamers vrij waren.
Diezelfde avond werd het nieuwe rustoord voorgesteld op T.V. De volgende ochtend om halfnegen stond André al aan de deur. Hij kreeg dadelijk een kamer toegewezen! André en Maria ervaren dit echt als een ingrijpen van God in een bijna onmogelijke situatie. Onnodig te vermelden dat ze God ontzettend dankbaar zijn! Bij het opruimen van haar spullen kreeg André nog een extra bemoediging van God. Hij werd niet christelijk opgevoed en ging er steeds van uit dat z’n ouders niet gelovig waren. Eigenlijk vond André dit helemaal geen prettige gedachte. Bij het overlijden van z’n vader, voor André Jezus leerde kennen, wou deze alles in het reine brengen met God. Nu, tijdens het opruimen van z’n moeders huis, vond hij een brief van z’n moeder aan z’n vader. Die zat toen in een krijgsgevangenkamp. In die brief verwijst André’s moeder enkele malen naar vertrouwen op God.
Ook dit verhaal wordt vervolgd…