“Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Heer.” (2 Cor 4:5)
Ik diende meer dan 30 jaar in allerlei leiderstaken in de gemeente van Jezus. Toen kwam er een samenloop van omstandigheden waardoor ik er mentaal helemaal onderdoor ging. Ik was onverwacht en ongewild in een burn-out terechtgekomen die jaren zou aanslepen.
Ik werd ontheven uit mijn voltijdse taak als voorganger. Ik moest noodgedwongen stoppen met allerlei betrokkenheden in christelijk Vlaanderen. Ik predikte meer dan een jaar nergens meer, ofschoon ik dat jaren gedaan had in heel het Vlaamse land. Ik voelde mezelf afgeschreven door God en medemens. De burgerlijke maatschappij verklaarde mij werkonbekwaam.
Na een korte doortocht door de provinciale raad van geneesheren en een paar chirurgische ingrepen o.a. aan mijn rug werd ik ook niet meer uitgenodigd bij de arbeidsgeneesheer. Over en uit.
Het is moeilijk uit te leggen hoe compleet uitgeput ik was. Het is moeilijk om te zeggen hoe de minste spanningssituatie me enorme stress bezorgde. Het idee alleen al om in een grotere groep mensen te komen zoals bijvoorbeeld een ontmoetingsdag, maakte me benauwd. Hierdoor kon ik slechts op een laag pitje functioneren. Zelfs op familiefeesten moest ik me af en toe terugtrekken.
Enkele voorgangers die nog in mij “geloofden”, nodigden me na verloop van tijd opnieuw uit om bv. zondags te komen preken. Ik ging erop in. Ik wilde ook niet volledig buitengesloten geraken uit het land der levenden. Proberen iets zinvols te doen werd dan als een strohalm om me aan op te trekken. Ik ging erop in onder het motto: “Ik predik niet mezelf, maar Christus Jezus als Heer,” zoals de apostel Paulus schreef. Als ik terug thuiskwam, voelde ik me vaak “knock-out”, maar toch dankbaar dat ik iets had mogen doen.
Terwijl ik door een soort uitgerekte sterfervaring ging, bleven er diep binnen in mij toch enkele levenszaadjes aanwezig. Meer dan ooit moest ik erkennen dat ik niet veel van Gods logica begreep. Ik probeerde er alles aan te doen om mijn geloof niet te verliezen: het was als een strijd op leven en dood.
Letterlijk terneergeslagen opende ik me telkens opnieuw voor God, van wie ik weet dat Hij liefde is. Af en toe mocht ik dat ook ervaren, ook al ging ik mentaal nauwelijks vooruit. Niemand kon me die kleine sprankeltjes hoop en vreugde afpakken.
Ik wist dat er na jaren een keerpunt in mijn leven zou komen.
Ik kreeg contact met een groepje christenen uit Nederland waar ik regelmatig mee samenkwam. Dat gaf me moed maar het stress-probleem en de voortdurende uitputting waren een deel van mijn leven geworden. Op internet vond ik informatie over genezingsweken en dat sprak me aan. Ik wilde meer ontdekken over goddelijke genezing, en las daar bijbelteksten en stukjes uit boeken over.
Ik wilde wel een genezingsconferentie volgen. Het idee dat ik lange uren op een stoel zou moeten zitten om de intensieve programma’s te volgen, deed me de moed in de schoenen zinken. Ik wist dat ik dat niet aan zou kunnen. Het lag niet in mijn mentale en fysieke mogelijkheden, ook al had ik er een verlangen naar.
Op een dag kreeg ik een bericht. “Gods Ambassade” organiseerde een verkorte versie van hun genezingsweek. Mijn hart sprong op want misschien dat ik dat wèl zou kunnen overleven. Omdat ik verschillende teamleden van “Gods Ambassade” min of meer van vroeger kende, wist ik dat ik me daarbij goed zou voelen. Mijn echtgenote wilde met me meegaan, ook dat gaf steun maar ik twijfelde om in te schrijven. Ik dacht: dit wordt toch nog te zwaar en teveel.
Toen besloot ik de organisator Hugo te bellen. Ik vertelde hem dat ik zin had om te komen, maar dat zoveel uren op een stoel zitten wellicht niet zou lukken voor mij. Hugo reageerde ongeveer als volgt: “Als je je te moe voelt, kan je er bij ons gerust bij gaan liggen; breng een kussentje en een matrasje of iets dergelijks mee. Terwijl je ligt, hoor je dan toch het onderwijs.” Ik voelde me welgekomen en samen met mijn vrouw schreef ik me in voor de verkorte genezing-week van woensdag 21 januari tot vrijdag 23 januari 2015 in La Foresta in Vaalbeek.
Daar heb ik inderdaad enkele sessies liggend op het voltapijt van de vergaderzaal doorgebracht, maar ik kon des te beter de woorden die gesproken werden vanuit Gods Woord in me opnemen. Opnieuw werd ik aangeraakt door Gods liefde en het was alsof Hij sprak: “Van die dag aan zal ik je oprichten.”
Nu ik terugkijk na bijna twee jaar, weet ik dat mijn deelname aan die conferentie een keerpunt was in mijn leven. Nu kan ik schrijven dat mijn vermoeidheidsprobleem grotendeels is weggegaan. Ik mag getuigen dat de Heer mij mentaal opgekrikt heeft, en dat Hij me terug strijdvaardig maakt. Niet al mijn gezondheidsproblemen zijn opgelost, maar ik leef in actieve hoop en verwachting.
Ik ben de Heer dankbaar, maar ook de broeders en zusters van het team van Gods Ambassade ben ik dankbaar dat zij - samen met andere christenen - hier een belangrijk deel van uitmaken.
Ik ben gemotiveerd om dit getuigenis neer te schrijven ook met een doel, nl. in de hoop en met het gebed dat mensen die in een uitzichtloze burn-out zitten niet de moed zouden opgeven in de liefde van God. Moge de Heer je zegenen.
Ignace, 26 december 2016