n.v.d.r: de volledige naam, bekend bij de redactie, is afgekort op vraag van de betrokken persoon
M. trouwde in 1980 om thuis weg te zijn. Ze kwam uit een erg welgestelde familie. Zij en haar broers waren het pronkstuk van haar vader. Iedereen moest thuis naar hem luisteren en doen wat hij wou, ook M’s moeder, die het zelf ook “hoog op” had . Alles draaide rond geld en uiterlijk vertoon. Als ze niet deden wat vader wou, vielen er klappen.
Al voor haar huwelijk werd ze door haar man geslagen. Ook binnen het huwelijk was er sprake van zwaar lichamelijk, seksueel en psychisch misbruik. Talrijke keren werden zij en haar 3 kinderen door haar man zwaar mishandeld en met de dood bedreigd.
Op een dag in 1993 werd ze door haar man zo zwaar toegetakeld dat ze verlamd vanaf de heupen bleef liggen. Hij legde haar in bed en belde de 100. M. moest vertellen dat ze van de trap gevallen was. Haar vierde lumbale wervel was ingedeukt en gebroken. Beide benen waren verlamd en ze voelde er niks meer in. Een paar dagen later werd ze geopereerd. Er werd een stuk been van haar heup in haar rug gestoken. Toen ze wakker werd na de operatie had ze terug gevoel in haar benen maar kon ze nog niks bewegen. Na een lange revalidatie leerde ze opnieuw een paar stapjes zetten. Meer kon ze niet en de dokters vertelden haar dat ze de rest van haar leven in een rolstoel zou doorbrengen. Zo ging ze opnieuw naar huis. Ondanks haar rolstoel moest ze daar opnieuw keihard werken. Ze leed ondraaglijke pijnen. In 1994 werd er bij haar een neurostimulator ingebouwd, in 1996 volgde een morfinepomp.
In datzelfde jaar verliet haar man haar met al hun geld.
Zij bleef achter met zware schulden. M. verkocht het huis en kon daarmee alle schulden betalen.
In 2000 kwam M. tot bekering. Ze kwam terecht in een erg fijne gemeente die meteen begon te bidden voor haar genezing. Stilaan werd ze beter. M. ging er steeds meer naar verlangen verlost te worden van die morfinepomp maar de dokters zagen dit niet zitten. Ook hier werd voor gebeden. Op 18 oktober 2006 werd de zoveelste nieuwe morfinepomp geplaatst. Die begon echter te ontsteken. Eind 2006 werd lag ze 9 dagen op intensieve na een operatie voor de evacuatie van de ontsteking. Op 7 januari 2007 sprong haar buikwand en werd ze opnieuw dringend geopereerd om de etter uit haar buik te verwijderen. De hele kerk had die ochtend voor haar meegebeden. Tweemaal hing haar leven toen aan een zijden draadje. Er werd nooit meer een nieuwe pomp geplaatst. Vanaf die tijd kreeg M. plakkers morfine en morfinetabletten. Daarnaast nam ze antidepressiva, slaapmiddelen en ander pijnmedicatie en ging ze drinken. Op 28 december 2007 werd ze opgenomen in een ontwenningskliniek. Daar bleef ze precies 6 maanden, tot 28 juni 2008.
Ze nam toen nog enkel morfinetabletten, driemaal 200mg MS Contin (nog steeds een hoge dosis morfine!).
Een week later, begin juli 2008, kwam ze in het theologisch en pastoraal centrum in Antwerpen naar de Vaderhartschool. Ze stapte toen nog erg moeilijk met twee krukken. M. had tot dan erg veel moeite met God als Vader, door haar eigen vaderbeeld. Thuis werd er nooit gesproken, er werd alleen gedaan wat Vader wou. Een knuffel of een liefdevol woord kenden ze niet. Tijdens deze school werd M. door haar hemelse Papa heel diep aangeraakt en ontving ze veel genezing, zowel innerlijk als lichamelijk. Midden die week stopte ze haar morfine. Ze heeft er sedert die dag nooit meer genomen. Ze begon met één kruk te lopen. Aan het einde van de week was God voor haar “Papa” geworden. Tegen het einde van de maand augustus kon ze ook haar tweede kruk achterwege laten.
Einde 2008 ging ze op controle naar de neurochirurg. Die vertelde haar dat haar rug op de foto’s compleet stuk was. Ze zou eigenlijk in een rolstoel moeten zitten. De M. die hij zag stemde met dat beeld helemaal niet overeen! Hij begreep er niets van.
M. vertelde hem dat ze “hulp van boven” gekregen had. Hij zei haar dat hij niks meer kon doen voor haar.
In februari 2009 kwam M. met een erg groot verlangen om meer van Papa te leren kennen naar de Vastendagen. Aangezien wij gehoord hadden dat ze ondertussen liep zonder krukken en we haar voorgeschiedenis helemaal niet kenden, hadden we haar een kamer op de derde verdieping gegeven. M. zei daar niks van en klom telkens moedig de trappen op. Ze vond dit een goede oefening voor haar verder herstel. Ze had al een hele tijd een diep verlangen om te knielen voor God. Dat kon ze al 16 jaar niet meer. Toen ze donderdagavond na de genezingsdienst terug op haar kamer kwam, was ze eigenlijk wat boos op Vader. Ze wist en geloofde dat ze helemaal genezen was maar kon nog steeds niet knielen.
Ze vertelde haar Papa dat ze zo graag zou knielen en dat ze geloofde dat het kon. Iets later zat ze voor haar stoel op haar knieën en huilde van blijdschap…eindelijk kon ze in dankbaarheid knielen! Omwille van de stijfheid van haar gewrichten kon ze amper recht geraken, maar ze deed het wel. De volgende ochtend vertelde ze ons wat er gebeurd was. Tijdens de aanbidding die ochtend ging ze opnieuw op haar knieën…
M. is vastbesloten door te gaan tot ze volledig hersteld is…wat voor de dokters onmogelijk was en nog steeds is, is mogelijk bij God!!!!