In deze getuigenis laten we Danny zelf vertellen hoe het met haar leven ging en hoe Jezus daar verandering in bracht:
“Ik was net geen veertig jaar toen ik Jezus leerde kennen. Dit was het moment dat mijn lange, kronkelige zoektocht naar diepere waarden in het leven stopte. Steeds had ik een tekort in mijn leven ervaren. Ik had gezocht op zoveel verschillende terreinen.
Nu hoefde dat niet langer. Jezus was het eindpunt van mijn zoektocht en het begin van het meest avontuurlijke en boeiende verhaal in mijn leven. Eindelijk had ik vrede!
Ik was de jongste uit een gezin van vier kinderen. Mijn vader was zeeman. Hij was weinig thuis. Van een goede vader¬-dochter relatie kon je niet spreken. Ik was bang voor hem. Mijn moeder vond ik het einde. Ze werkte hard in huis maar maakte ook tijd voor haar kinderen en zorgde heel goed voor ons. Als kind gedroeg ik me echt als een jongen en zag ik er ook zo uit. Toch was ik binnenin heel kwetsbaar. Ik vluchtte dikwijls uit de realiteit in een fantasiewereld en sprak met bloemen, planten, dieren, poppen... Tijdens mijn jeugd werd ik een voorvechter van "gerechtigheid" en zou ik kost wat kost de wereld gaan verbeteren. Het leverde me heel wat pijn... Ik kon het niet laten keer op keer verliefd te worden. Ik liet me lichamelijk en geestelijk misbruiken tot ik helemaal geen zelfrespect meer had. Ik ging lichamelijke opvoeding studeren en kon me daar ten volle in uitleven. Tijdens het tweede jaar werd mijn moeder ernstig ziek. Kanker... We zagen haar op twee jaar tijd volkomen aftakelen. Alle andere kinderen in het gezin waren gehuwd en mijn vader moest blijven varen. Ik bracht als meisje van twintig dus veel tijd met haar door tot ze stierf... Ontzettend boos was ik toen op God en ik keerde Hem de rug toe.
Op mijn vierentwintigste leerde ik Hugo kennen. Ik vertrouwde hem en hij heeft dat vertrouwen nooit beschaamd. Ik was verliefd, te snel in verwachting, te snel getrouwd, te snel hadden we een baby die constant ziek was. Andy had zware spastische bronchitis. De slapeloze nachten putten ons uit. We hadden geen tijd om te investeren in ons huwelijk. Na anderhalf jaar werd Joke geboren. Ook zij had spastische bronchitis. Regelmatig werd zij of Andy in het ziekenhuis opgenomen. De toestand van Andy was zo ernstig dat hij dikwijls hoge dosissen cortisone moest krijgen.
Ondertussen begon ik ook steeds vaker aan mijn huwelijk met Hugo te twijfelen. Ondanks alle negatieve gedachten bleven we echter bij elkaar.
Na vijf jaar kwamen we met Andy terecht bij een homeopathische geneesheer in Kalmthout. Hij was vriendelijk, straalde heel veel vertrouwen uit en werd ons nieuwe lichtpunt. Andy verbeterde snel, althans tijdelijk. De dokter nam ons hele gezin onder de loep. Ik ging er helemaal in op, Hugo bekeek het, zoals steeds, wat meer op afstand. Er moesten "geestelijke blokkades" weggenomen worden. Heel veel van onze tijd, energie en geld ging naar "gezond" leven. We bouwden antroposofisch, we kleedden ons met natuurlijke materialen, we aten natuurlijk, de kinderen gingen naar een steinerschool. Zo maakten we kennis met de antroposofie, esoterie, horoscopie en raakten we er tot over onze oren in ondergedompeld.
In die tijd geraakte ik betrokken in een zwaar verkeersongeval. Ik brak mijn neus, een aantal ruggenwervels verschoven, mijn heup werd ontwricht en mijn borstkas zwaar ingedrukt. Die pijn heeft jarenlang geduurd.
Terug naar de dokter... Samen met anderen zagen we aanvankelijk heel wat wonderlijke dingen gebeuren. Dat ik totaal van hem afhankelijk werd en niets meer deed zonder hem te raadplegen, merkte ik veel te laat. Hij beheerste mijn hele denken, doen en laten. Er werd gependeld en ik kwam bij de Rozenkruisers terecht.
Ondertussen kreeg ik hoe langer hoe meer nieuwe kwalen. Ik nam een hele dag door stikdure medicatie, moest steeds vaker op consultatie gaan en betaalde me daar blauw. Ik slikte dat allemaal want er werd me verteld dat de geboden hulp nu eenmaal onbetaalbaar was en dat ziektes een teken waren van snelle geestelijke groei. Ik was er dus nog fier op ook.
Geestelijk kreeg ik het steeds zwaarder. Ik werd zeer verward, had waangedachten, stond doodsangsten uit, zag en ervoer allerlei bizarre dingen... Zo geraakte ik totaal geïsoleerd. Ik durfde niet meer alleen te zijn. Liefde voor Hugo voelde ik niet meer, maar ik had zijn bescherming nodig. Toen werd ik opnieuw zwanger. Het waren negen zware maanden. De bevalling van Manu putte me volledig uit, ik dacht dat ik doodging. Ik werd steeds depressiever, was ontzettend verbitterd en sliep bijna niet meer. Toch bleef ik lesgeven omdat ik wist dat ik anders in de psychiatrie zou belanden.
Uiteindelijk braken we volkomen met die dokter. Ook steeds meer andere mensen waar¬schuwden ons voor hem. Manu is geboren in 1988. Begin 1993 belde ik, ten einde raad, die dokter opnieuw op om te zeggen dat ik hem wou vergeven. Ik wist zeker dat ik niet lang meer zou leven. Hij was heel vriendelijk en zei me dat hij me niet meer kon helpen. Hij las aan de telefoon een stuk uit het verhaal van de verloren zoon en gaf me het telefoonnummer van Hugo Van Leemputten, met de mededeling dat deze man me wel zou kunnen helpen.
Dat die dokter ondertussen, ook ten einde raad, zijn leven aan Jezus had gegeven, wist ik niet. Ik durfde niemand meer vertrouwen maar belde Hugo uiteindelijk toch op. Ik kreeg een afspraak en deed daar, voor 't eerst in jaren, mijn verhaal. Ik liep over van bitterheid maar wist heel goed dat ik mezelf in nesten had gewerkt. Hugo en Inger (zijn vrouw) vroegen me of ik mijn leven aan Jezus wou geven. Dat deed ik na enige moeite. Op dat moment werd ik gevuld met een stroom van liefde, vrede en blijdschap. Nog nooit had ik zoiets ingrijpend beleefd.
Hugo en Inger nodigden me uit naar een groep niet zover van Leuven. Ondanks veel moeite ging ik er toch heen. Er werd gezongen, gebeden en verteld rond de Bijbel, allemaal heel eenvoudig. Daar voelde ik voor 't eerst dat ik thuisgekomen was. Ik zat daar heel stil in een hoekje en of ik het nu wilde of niet, ik weende van het begin tot het einde. Die diepe liefde van Jezus deed al mijn haat wegsmelten.
Hugo, mijn man, ging heel snel met me mee. We leerden de Bijbel kennen als een liefdevolle leidraad om ons leven opnieuw in rechte banen te krijgen. Het gaf me zoveel rust te zien dat ons huwelijk geen vergissing was, maar dat God ons verbonden had en dat het Zijn doel was om er vrede en harmonie in te leggen.
Telkens als ik in de Bijbel las, voelde ik genezing stromen. Elke stap kwam er meer en meer bevrijding van het hele kluwen waar ik zo in vastgezeten had. Ik koos ervoor mijn vader te vergeven die ondertussen al gestorven was. Vanaf dat moment kon ik meer liefde van mijn hemelse Papa binnenlaten. Ik leerde het karakter van Zijn Vaderhart kennen en genas langzaam maar zeker van dat diepe gevoel van afwijzing. Hij helpt me meer en meer te houden van het karakter van de vrouw die Hij in mij gelegd heeft en brengt me tot ontplooiing. God maakte me ook duidelijk dat ik Hem verantwoordelijk had gesteld voor de dood van mijn moeder terwijl Hij hier niets mee te maken had. Ik vroeg om vergeving en op dat moment kreeg ik een felle aanraking in mijn borstkas. Alles werd warm en de pijn die ik had sedert het auto-ongeval verdween volkomen. Door een proces van ingrijpende innerlijke genezing heeft Jezus van mij een ander mens gemaakt. Ik was nog slechts een schim, een willoos wezen, afhankelijk van een man. Gods liefde raakte mij aan en nu leef ik met Hem en voel ik me vrijer dan ooit!
En Hij gaat steeds verder met mij…”