Op 5 juni 1986 kreeg Jean, de vader van Hugo, een hartaanval op zijn werk. Na grondig onderzoek bleken er een paar aders verstopt te zijn en was een bypassoperatie noodzakelijk. Van het ene moment op het andere werd hij hartpatiënt.
De operatie lukte en na een lange herstelperiode was hij beter maar hij werd nooit meer de oude. Hij moest leren leven met een streng dieet, medicatie en een aangepaste levensstijl. Er werd hem verteld dat hij normaal gezien met zo’n operatie een tiental jaren gerust zou kunnen zijn. Stilaan kreeg hij een aantal vage klachten en de cardioloog besloot hem op te laten nemen voor een aantal onderzoeken. Jean zelf was daar helemaal niet zo blij mee. De uitgevoerde onderzoeken leverden niet veel op maar z’n medicatie werd wel aangepast.
Op een dag voelde hij pijn in z’n borststreek tijdens een bezoek per fiets, zodat hij te voet terug naar huis ging. Daar nam hij een pilletje onder z’n tong voor z’n hart en de pijn ging weg. ’s Nachts kreeg hij echter opnieuw veel pijn en de volgende dag besloot de dokter hem dringend te laten opnemen voor verder onderzoek. Diagnose: infarct. Jean kreeg o.a. een coronaorografie ( onderzoek waarbij d.m.v. een contraststof die ingespoten wordt de aders van het hart beoordeeld worden ).
Die toonde dat er op de aders overal flinke vernauwingen aanwezig waren en ze op zo’n plek gelegen waren dat ze niet in aanmerking kwamen voor ballondilatatie, noch voor stent of bypass. Jeans medicatie werd opnieuw aangepast maar de dokters vertelden hem dat ze verder voor hem niets konden doen. Er volgde een zware periode voor Jean. Hij kon helemaal niet goed uit de voeten, mocht tijdelijk niet per auto rijden, kon amper iets doen of hij was heel moe…helemaal niet bemoedigend dus. Ondertussen werd er bij ons in de kerk druk voor hem gebeden. Omdat Jean niet met de wagen mocht rijden in die periode en toch graag eens een bezoek bracht aan Hugo en Inger, reden hij en Sientje met Danny en Hugo mee naar de kerk om vandaar met Hugo en Inger naar hen thuis te gaan. Na die kerkdienst werd er met de zieken gebeden.
Diezelfde namiddag viel het Hugo op dat er een flinke verandering was opgetreden bij Jean. Hugo verwachtte dat Jean na de vermoeiende voormiddag en het middageten zou gaan rusten. Tot z’n verbazing ging Jean mee toen Hugo nog iets moest nakijken aan de wagen. Jean gaf, net als vroeger, uitgebreid advies en stelde zelfs voor de wagen zelf te maken. Vervolgens drong hij er op aan een wandeling te gaan maken, wat ze ook deden ondanks de tegenargumentatie van Hugo. ’s Avonds, na een uitgebreid spel met Sam en daarna nog late gesprekken, gingen Jean en Sientje naar bed bij Hugo en Inger. De volgende dag moest Sam naar school en oma en opa verschenen vroeg aan het ontbijt, hoewel hen opgedragen was langer te blijven slapen. Daarna reed Jean mee naar de garage en had verder een drukke dag, zonder klachten. Progressief verbeterde zijn toestand. Een tijdje daarna mocht hij aan hartrevalidatie beginnen.
Bij de inspanningsproef aan het begin daarvan bleek z’n toestand een beetje te goed (!) voor revalidatie. De dokters zeiden dat ze hem niet veel konden verbeteren. In samenspraak met de huisarts mocht hij toch beginnen. Net zoals ze in het ziekenhuis bij opname zeiden dat ze voor hem niet veel konden doen, zeiden ze dit op het einde van de revalidatie ook. De dokter vergeleek z’n toestand met die van een leeftijdsgenoot zonder hartproblemen. Z’n rapport spreekt van “ een uitstekende fysieke conditie voor de leeftijd “. Van een wonder gesproken! Laatste zondagnamiddag was Jean weer op bezoek bij Hugo en Inger. Hij ging even voetballen met Sam in de tuin. Alles ging goed maar Jean verwachtte wel na een tijdje te zullen moeten stoppen. De benauwdheid bleef echter weg en op een bepaald moment voelde Jean plots heel veel adem, iets wat hij nog nooit ervaren had. Hij en Sam stopten niet meer met voetballen en spelen tot het donker werd. Na het eten in het donker ging Sam nog een toertje lopen en z’n opa reed naast hem op de fiets…daar zijn opa’s toch voor, niet?