Je weet niet wat je niet weet...

... en het is goed om te weten dat je niet weet wat je niet weet, want moest je denken dat je weet wat je niet weet dan zou je er eigenlijk vanuit gaan dat je alles weet en dan pas ben je een beklagenswaardig persoon!

In 1899 zei Charles Dow, de voorzitter van het Amerikaans patentenbureau, dat alles wat uit te vinden was al uitgevonden was. Toen werd deze man als een autoriteit aanzien en nu kunnen we er enkel nog glimlachend onze schouders over ophalen. Natuurlijk moeten we - nu we zoveel meer weten - oppassen dat we niet hetzelfde effect hebben bij de generaties die na ons komen. De meest futuristische gedachte van vroeger is nu normaal geperfectioneerd of al helemaal voorbijgestreefd.

De kennis neemt met rasse schreden toe, zoals de Bijbel vermeldt. De wetenschap speelt hierin een belangrijke rol. Wetenschappers zijn er meer dan ooit van overtuigd dat er nog veel is dat men niet weet. Er wordt meer onderzocht dan ooit tevoren en er zijn ook heel dikwijls verschillende denkpistes waarbij verschillende strekkingen uit de wetenschap het niet eens zijn met elkaar.

Wanneer we het onderwerp "God" bespreken, heeft ook iedereen zijn eigen "zegje". Het concept van een liefhebbende Vader die tekenen en wonderen verricht en ingrijpt ten behoeve van wie Hem lief heeft wordt door velen dan ook snel naar de prullenbak verwezen.

Deze zelfgenoegzame 'ik-weet-het-beter' houding bestond al bij de toren van Babel. Ze heeft al heel veel levens gekost en verwoest. "Ik ken het niet, dus is het er niet", zei de man die met natte handen een lamp verving zonder de elektriciteit uit te schakelen...

Hoe lang willen we God blijven in een hokje stoppen? Ook daar zal in de toekomst behoorlijk om gelachen worden, vraag het maar aan God...

De dwaas zegt in zijn hart: "Er is geen God".
Psalm 14:1